In mijn inleiding over opties heb ik al aardig wat termen gebruikt die je misschien afschrikken. Dat hoeft niet want we beginnen nu helemaal vanaf het begin en ik beloof je het is niet ingewikkeld, wel leerzaam en ik hoop het ook nog leuk te gaan maken. Laten we gaan beginnen.

Iedereen heeft wel een idee wat een optie is. De term “alle opties staan nog open” is een ingeburgerd begrip. Het staat voor, we gaan iets doen maar hoe en wanneer dat moeten we nog bepalen. De opties waar wij het over gaan hebben zijn niet veel ingewikkelder.

Een optie op aandelen is namelijk ook een afspraak tussen twee partijen. Die twee partijen hebben afgesproken dat ze een pakket aandelen gaan verhandelen in de toekomst en daarbij is de prijs vooraf vastgesteld en de uiterste datum dat de transactie plaatsvindt staat ook vast.

Er zijn twee afspraken mogelijk.

  1. De afspraak met een tegenpartij dat je aandelen mag kopen of
  2. De afspraak dat je juist aandelen aan die partij mag verkopen.

Deze twee verschillende optievormen hebben we ook een naam gegeven. De afspraak om aandelen te mogen kopen noemen we een calloptie en de afspraak om aandelen te mogen verkopen heet putoptie.

We beginnen met een calloptie. Met een calloptie spreekt de koper af dat hij een pakket aandelen mag kopen van de verkoper tegen een vaste prijs en gedurende een vaste periode. Als eerste even de begrippen die daarbij horen.

Call staat voor op afroep. Met de calloptie heb je immers afgesproken dat je de aandelen kan kopen als jij het wil. Je mag de aandelen kopen (callen) maar dat hoef je niet.

Er is een vaste prijs afgesproken waarvoor jij de aandelen mag kopen. Dit noemen we de uitoefenprijs en in het Engels de exercise price. De periode waarin de optie loopt noemen we heel simpel de looptijd. De dag dat de optie daadwerkelijk afloopt noemen we de expiratiedag.

Even samenvatten met een voorbeeld: De calloptie op Philips januari 2016 tegen € 30 is een koopoptie op aandelen Philips die t/m januari loopt en waarbij je deze aandelen kan kopen voor € 30 (de exercise price oftewel uitoefenprijs).

We hebben de opties gestandaardiseerd. Dat was nodig om ze te kunnen verhandelen. Dit betekent dat we de looptijd en de hoeveelheid aandelen waarop een optie betrekking hebben vastgesteld. De opties hebben altijd betrekking op 100 aandelen en de expiratiedag is meestal de 3e vrijdag van de maand en in ieder geval altijd om 16:00 uur.

Dus de Philips call januari 30 is een optie op 100 aandelen Philips die afloopt op de 3e vrijdag van januari en tot die tijd kan je deze honderd aandelen kopen voor € 30

Zo, ik denk dat we hiermee wel alle begrippen rondom de calloptie behandeld hebben. Nu rijst de vraag natuurlijk hoe zit dat met die putopties en waarom zijn er eigenlijk opties? Wat moet je ermee?

Op die vragen gaan we de komende tijd verder. Eerst de putoptie en ik kan je al een beetje gerust stellen, dat is vrijwel hetzelfde als de calloptie dus dat wordt een kort hoofdstukje.